Deel 2. Een periode zonder voetbal heeft Patrick Struijk wel vaker meegemaakt, maar dan was het een eigen keuze of een samenloop van omstandigheden. Nu met het coronavirus een periode waar hij zeker, zoals wij allen, niet voor gekozen heeft. Alle zeilen bijzetten om zijn gezinnetje draaiende te houden en gezond te blijven heeft nu prioriteit. Het voetballen mist hij heel erg, maar het besef dat er belangrijkere dingen in het leven zijn dan schoppen tegen een balletje voert de boventoon. Patrick wilde veel uit zijn voetballoopbaan halen. Of dat uiteindelijk gelukt is? Een Rood Wit Hart bracht hem ooit bij Feyenoord, toch is het daar niet begonnen. De garagedeur van zijn vader was het eerste doel waar Patrick een denkbeeldige doelman het nakijken gaf.
Samen gespeeld met wat nu hele grote voetballers zijn geworden. Hij speelde bij KSV Kassel in Duitsland, hij heeft talloze stages gelopen, soms ook wel verkeerde keuzes gemaakt. Hij liep op de trainer van Werner Bremen af of hij even tijd had, en trainde twee keer mee. De top van het voetbal najagen, speelde bij diverse topamateurclubs. En nu bij Rozenburg, ooit ook de top van het Nederlands amateurvoetbal. Maar voor zowel Rozenburg als ook voor Patrick Struijk is dat inmiddels vermeld in de geschiedenisboeken. Wij slaan de bladzijde van dat boek om en na de garagedeur en Donk in Gouda kwam Feyenoord.
“In de E- tjes speelde ik bij Donk in Gouda. Daarna ben ik naar Feyenoord gegaan, niet gescout, maar gegaan. Een jaartje of 7 gespeeld bij sportclub tot in de A en de B. De laatste jaren in de zomer meegetraind met het team van Cor Adriaanse, maar daar kreeg ik de boodschap hier gaat het, het niet worden. Adriaanse wilde nog wel met Excelsior bellen voor een stage, maar ik heb gezegd, ik wil bij Feyenoord spelen anders zoek ik mijn eigen weg wel. En toen kwam ik bij Telstar uit. In plaats van anderhalf uur naar boven te rijden had ik beter bij Excelsior kunnen gaan ballen. Bij Telstar in de A- tjes scheurde ik mijn enkel af net voor ik een kans kreeg in het tweede elftal en dan is het over en uit. Heb ik nog een halfjaartje in Heiloo gespeeld bij een zondag eersteklasser, maar om daar te komen moest ik tweeënhalf uur in de trein, dat breekt je op. Ja, dan ga je om de hoek ballen bij Jodan Boys. Ik woonde nog steeds in Gouda dus lekker dicht in de buurt. Leek allemaal wel lekker te gaan, maar toch weer opgestapt (klein conflict, red.) en naar KSV Kassel in Duitsland verkast. Regionalliga niveau dat was wel weer ff aanpoten. Dat was in de ochtend tweeënhalf uur trainen en ’s middags nog eens dunnetjes overdoen. Dat vijf dagen en dan nog een wedstrijd. Daar speelde de spits van Bayern München 2, dat is even andere koek. Maar ik had er wel vertrouwen in. Maar uiteindelijk kwam er niet een goed voorstel uit. Huisvesting en dat soort zaken ontbraken, we kwamen er niet uit. Wel jammer, maar ik dacht wel moet ik dit nu blijven doen. Veel stages gedaan, meegetraind met diverse aansprekende clubs, maar steeds geen echte doorbraak. En dan zie je het verschil tussen gehaald worden of komen. Daarna heb ik de grootste fout gemaakt. Terug van KSV Kassel naar tweedeklasser Donk, dat verschil was te groot en ik woonde al met mijn vrouw in Hellevoetsluis. Bij Donk was ik snel klaar. Daarna een jaartje Deltasport onder Warry van Wattum, twee jaartjes Oude Maas van de derde- naar de eerste klasse gepromoveerd. Een jaartje Brielle en drie jaar Hellevoetsluis. Of ik er nu alles hebt uitgehaald? Eigenlijk denk ik dat niet. Zeker als ik kijk naar de periode in Duitsland hoe ik me daar heb kunnen ontwikkelen heb ik mezelf te kort gedaan. Door koppigheden en tactisch niet altijd de beste keuzes te maken. Ik had verder kunnen komen, maar het is zoals het gegaan is. Het is niet zo erg dat ik steeds denk had ik nu maar dit of had ik nu maar dat, zeker niet. Als je zo gaat leven, steeds de top najagen en het net niet halen wordt je voor niemand een leuk persoon. Misschien had ik wel in Duitsland moeten blijven, desnoods tegen onkostenvergoeding, maar ik heb het niet gedaan. Misschien was ik ook wel niet goed genoeg. En als ik eerlijk naar mezelf ben werd ik er ook niet gelukkig van. Als je niet meer kan genieten en steeds moet denken het moet beter en nog beter en zelfs veel beter dan verlies je de liefde voor het spelletje. Als ik nu kijk hoe ik hunker naar trainingen, wedstrijden gewoon het spelletje. Ik denk dat ik nu meer geniet dan wat ik ooit gedaan heb.”
Is Rozenburg de juiste club?
“Zoals ik het nu kan beoordelen duizend procent. Een geweldig complex met veel mogelijkheden. Zoals we (v.v. Rozenburg) bezig zijn, jongens uit de eigenjeugd zo hier en daar met wat versterkingen. Een club met historie en weer aan de weg timmeren, spelers die van elkaar willen leren, open staan om te leren en op dit moment staat het wagenwijd open. De reactie van de jonge gasten als je ze wat mee wil geven zijn zo positief Op mijn leeftijd is dat ook wel lekker en waar je het ook voor doet. Zo belangrijk, spelers die uit Rozenburg komen, die de club kennen, dat is zeker in het amateurvoetbal waar een club op kan draaien. Als ik daar nog een paar jaartjes aan bij kan dragen is dat helemaal prima. En als ze het dan hebben over een nomade, zoals een paar jaar geleden in het AD, dan moet dat maar. Ik had geen betere keus kunnen maken dan Rozenburg op dit moment. Ik ben blij dat ik weer zo eigenwijs ben geweest om deze stap te maken. En als ik voor mezelf denk hier rendeer ik het beste, hier haal ik de meeste spelvreugde uit en mentaal de meeste rust, dan moet je dat doen. Dit is op m’n pad gekomen en ik voel me thuis. Ik zei mezelf hier wel afsluiten, maar niet afbouwen. Het is ook moeilijk in deze tijd om af te sluiten met voetbal. Er zijn andere dingen die nu belangrijker zijn. Ik weet niet of ik wat toevoeg en heb er geen verstand van. Houd je aan de regels van het RIVM, blijf gezond pas op elkaar en schaad de vereniging verder niet door vandalisme en/of overtredingen door het betreden van het sportpark. De club heeft het al moeilijk genoeg. Geniet van de dingen die we wel mogen.”