Met de bouw van de Botlekbrug veranderd er veel voor Rozenburg. Eigenlijk is het in de rijke historie van Rozenburg een belangrijk jaar, 1955. Om precies te zijn 29 juni. Op die dag was het de burgemeester van Rotterdam, G.E. van Walsum, die de brug open stelde voor trein- en wegverkeer. Ook het graven van de Botlekhavens was in die jaren in volle gang en de industrie deed zijn intrede in het zo rustige Rozenburg waar de land- en tuinbouw steeds vaker plaats moest maken voor de wereldhaven van Rotterdam.
De bouw van de Botlekbrug was vertraagd en veel eerder gepland maar vooral Dordrecht was het niet eens met de bouw van de brug, die sowieso eigenlijk nooit een succes is geweest. Hij was vanaf de eerste dag een bottleneck voor zowel de scheepvaart als ook het wegverkeer. Nu is er van enige chronologische volgorde, in de artikelen over Rozenburg, geen sprake horen we u denken en dat klopt ook wel. We zullen op dit deel van de site er telkens stukjes van de Rozenburg geschiedenis uitlichten en kan het de volgende keer zomaar gaan over de melkboer van de Zanddijk, de komst van voetballers uit de rest van het land, het graven van de Waterweg of de Korenmolen. Maar terug naar de Botlekbrug. In 1953 werd begonnen met de bouw van de Botlekbrug aan de noordkant van Hoogvliet en de zuidkant van het petrochemische complex van Shell. Hiermee werd de Vondelingenweg naar het in ontwikkeling zijnde Botlekgebied doorgetrokken in de richting van Rozenburg. Op 16 maart 1954 werd een eerste overspanning van de hefbrug ingevaren en het laatste brugdeel werd 2 maart 1955 op zijn plek gehesen. De brug is een vakwerkbrug waar de verbindingen nog voor een groot deel met klinknagels zijn gemaakt. Rozenburg had opeens een vaste oeververbinding met het achterland ook al was het nog steeds door water gescheiden.
Natuurlijk was er sinds 1903 de Spijkenissebrug maar die was voor Rozenburg niet echt een ontsluiting. Wel kon er na 1950 gebruik worden gemaakt van een bruggetje over de Hartelsluis waardoor er een verbinding was ontstaan, naar het in de officiële papieren genoemde onbelangrijk dorpje Spijkenisse. Dat het Spijkenisse anders zou vergaan werd later duidelijk. Met de komst van de Botlekbrug was ook de weg vrij voor het aanleveren van materialen voor de bouw van de industrie. Ook was er al snel een tweede plan, naast 'De Botlek' in de maak de aanleg van het Europoortgebied en daaraan gekoppeld de Maasvlakte, die uit zee moest herrijzen. Die plannen kregen hun beslag in 1957. En daar waren de gevolgen voor de buurschappen op het eiland Rozenburg nog veel groter. Het dorp Blankenburg doorkruiste de plannen en lag geografisch op een verkeerde plaats. Protesteren tegen die plannen en het steeds meer belangrijk worden van de industrie voor onze economie en welvaart van Nederland had niet zo heel veel zin en leverde hooguit vertraging op. Acht jaar na de goedgekeurde plannen was Blankenburg van de aardbodem verdwenen. De familie Van Oudenaarden waren de laatste bewoners die vertrokken. Twee dagen later was er met de sloop begonnen en werd dat stuk van het eiland 5 meter opgehoogd. Voor de wat jongere Rozenburgers lag Blankenbrug op de plaats waar nu Huntsman de vroegere ICI is gevestigd. De onteigeningsprocedures die door de provincie Zuid-Holland werden doorgevoerd leidde tot vertraging en ergernis van de uitvoerders en plannenmakers. Want de bouwers hadden haast, haast om de grootste haven van de wereld te worden. De industrie kwam dichter naar de dorpskern Rozenburg en het eerste bedrijf wat in de weilanden werd gebouwd was Ketjen Carbon. Een Amerikaans/Nederlands bedrijf die zich bezig hield met het fabriceren van grondstoffen voor de rubber- en autobandenindustrie. Met de industrie deed ook het fenomeen luchtverontreiniging zijn intrede. Vooral voor dorpskernen die te dicht tegen de industrie kwamen aan te liggen. Hoogvliet, Pernis, delen van Spijkenisse en Rozenburg waren en zijn daar voorbeelden van. Aan de westzijde zorgde het Calandkanaal voor de nodige veranderingen op het eiland. Een brug bouwen gewoon ergens in de polder en later een kanaal graven was een uniek project. Maar door de steeds verder opdringende industrie en scheepvaart kwam Rozenburg een beetje in het gedrang. Er waren ooit plannen om ook Rozenburg van de aardbol te doen verdwijnen maar die zijn in de prullenmand terecht gekomen. In het boek Rotterdam / Europoort 1945 - 1970 wordt Rozenburg zelfs een 'grote planologische blunder' genoemd. Andere vonden dat het een 'groene parel' in de grijze industrie moest worden. Die anderen kregen gelijk het dorp is blijven bestaan. Wat nu precies de redding van het dorp is geweest is niet helemaal duidelijk. Een eis voor het bouwen van de Botlek en Europoort was dat de Waterweg van Hoek van Holland tot aan de Oude Maas geen zijtakken mocht hebben omdat er een snelle vaarweg naar Rotterdam moest blijven bestaan. Ook werd de term 'bazendorp' op het stadhuis aan de Coolsingel gebezigd. Hoe dan ook Rozenburg bleef bestaan, er werden huizen gebouwd en kon niet meer van de landkaart verdwijnen. Het werd allemaal anders zeker voor de echte Rozenburgers die wel eens met weemoed zouden kunnen terugdenken aan de tijd dat Rozenburg nog een echt eiland vol met boerderijen en landbouw was. Inmiddels is Rozenburg een deel van Rotterdam en kan Rotterdam het imago van de 'groene parel' verder oppoetsen.
Brono.a.: Gemeentelijk archief, literatuur Rotterdam / Europoort uit 1945-1970. (AD. DONKER) Foto's: Gemeentelijk archief, Getron.