Er zijn niet veel dagen dat John Mooiman niet met zijn sport bezig is. Een atleet die de uitdagingen niet uit de weg gaat. In het verleden als motorcoureur in de klasse SuperMoto was John actief op het Nederland kampioenschap. Na die carrière te hebben beëindigd kwam de triathlon op zijn pad, nadat hij er actief was op de Mountainbike. Naast zijn drukke trainingsschema’s, werken in de Rotterdamse haven in volcontinue dienst maakt John ook nog tijd vrij voor hand-en-spandiensten bij de plaatselijke mountainbike vereniging, als het gaat om wedstrijdjes bij de jeugd. John doet dat al vanaf 2014. Vorig jaar heeft John Mooiman wel moeten besluiten zijn activiteiten van trainer en begeleider op een lager pitje te zetten. Hij blijft zeker ook op dat vlak nog actief, maar het moet passen in zijn trainingsschema’s en wedstrijden.

Over het fietsen maakt John zich niet zo druk, dat is misschien wel zijn beste onderdeel. Natuurlijk komt dat uit de periode dat John erg actief was op de mountainbike. Maar een bijna tijdrit tijdens de triathlon is toch nog wel anders. “Klopt wel”, als we met John naar zijn afzonderlijke disciplines kijken. Maar ook het weer is een van invloed en daar moet je toch een beetje geluk hebben. “In Finland was het volle bak regen. Duisburg was op zich nog wel oké, maar in Frankrijk was het een ander verhaal. Veel regen en wind en mijn voeten bevroren. Op het weer heb je geen invloed, maar speelt zeker mee.” Ook al is het wielergedeelte tijdens de triathlon wat John wel ligt, is het rijden op een tijdritfiets toch even wat anders dan op een normale racefiets of mountainbike.“Op zo’n fiets zit je meer aerodynamisch en je kan je kracht beter verdelen. De zit is meer boven de trappers. Als je die houding lang kan vasthouden zit daar zeker voordeel. Een dicht wiel helpt ook mee. Je moet zeker veel trainen op een tijdritfiets, je rug wordt anders belast en dat ga je zeker voelen. Daar moet je echt aan wennen. Cadans (ritme) vasthouden is belangrijk. Ik kijk dan ook heel veel op mijn wattagemeter. Zit nog wel verbetering in. Had nogal eens de neiging om omhoog wat harder te trappen en dan naar beneden de benen stil te houden. Dat is niet de juiste manier. Ook naar beneden blijven trappen. Op die manier blijft de schade in je benen beperkt. Ik probeer 90 omwentelingen per minuut vast te houden en dan met een wattage van 250 watt. Dat kan ik verbeteren door niet mijn benen stil te houden. Cadans gelijk houden en vermogen hoog, daar moet nog winst zitten, als we het over fietsen hebben. Met bloktrainingen van 30 seconden moet ik plus 400 watt kunnen trappen.” Als we goed naar John Mooiman hebben geluisterd is het grootste voordeel van een tijdritfiets, dat je met minder kracht harder kunt fietsen. De experts denken dat je zeker 75 watt kan winnen. De houding op zo’n fiets is een andere dan op een gewone racefiets. Vooral de rugspieren moeten op die houding getraind worden. Als bescheiden Zwift gebruiker ontaarde het gesprek wel eens in, daar kan ik ook van leren, maar dat is de bedoeling niet. We verschillen wel in gebruik van Zwift. John als training en zelf meer ritten rijden en sla de work-outs liever over. John is niet van het rijden in de garage en naar een scherm kijken. Maar hoe John de winter doorkomt, daarover meer in deel drie ……